Deze eerste game in de Assassin's Creed-serie speelt zich af in 1191 na Christus. De derde kruistocht naar het Heilige Land heeft chaos veroorzaakt. Het is aan de Assassin's de taak om het bloedvergieten te stoppen door beide partijen onder druk te zetten: de moslims en de kruisvaarders. In het spel neem je de rol van het één van deze Assassin's: Altaïr. Als Altaïr moet je verscheidene smerige klussen opknappen met behulp van Middeleeuwse tactieken en wapens. Altaïr leeft eigenlijk in het heden, maar met een machine wordt hij teruggestuurd in zijn eigen gedachten van zijn vorige leven als assassin. In het begin is alleen de oudste gedachte beschikbaar, omdat de wetenschappers alleen die uit je konden ontgrendelen. Dan ga je in je gedachten verder spelen en zo speel je nieuwe gedachten vrij. Het doel is om alle "bad guys" uit die tijd te doden, want dat heeft een positief effect op het heden. Zo zul je, tussen de gedachten door, terugkeren in het heden in het lab van de wetenschappers, om te gaan slapen (in het heden leeft hij ook nog).
In Assassin’s Creed is het de kunst om iemand zo onopvallend mogelijk te doden en ervoor te zorgen dat je zelf niet gegrepen wordt. Je moet je aanvallen goed plannen, zonder genade toeslaan en ontsnappen. Dit is vaak moeilijker dan het klinkt, doordat je omgeving reageert op je acties. Als jij iemand in het openbaar vermoord, zullen de mensen in je omgeving bijvoorbeeld van je wegrennen. Je kunt deze mensen ook juist gebruiken door tussen ze te gaan lopen en zo onzichtbaar te worden voor je vijanden.
Cijfer
9.4
